Voor hen die nog niet vaker dit soort RPG's hebben gespeelt, hier volgen de regels.
Iedereen mag zijn of haar karakter maken zoals hij/zij hem/haar wilt. Maar, je karakter mag natuurlijk NIET onoverwinnelijk zijn, je karakter moet zwaktes hebben. Natuurlijk mag hij sterker zijn dan een normaal iemand, maar laat hem dan ook langzamer zijn dan een normaal iemand of zo. Elk nadeel heeft zijn voordeel en andersom dus.
Nog iets; denk goed na over je karakter. Zorg dat alles wat je verzint klopt. En werk het ook goed uit zodat het voor iedereen duidelijk is. Als iemand mank is aan zijn rechterbeen, hou daar dan rekening mee in je spel. Deze persoon zal dus niet heel snel kunnen rennen, bijvoorbeeld.
De regels omtrent het schrijven.
1. Alles wat je personage doet schrijf je in de ik-vorm. Zoals:
Ik loop naar de tafel en zie Kees.
2. Dingen die je zegt schrijf je tussen aanhalingstekens. Zoals:
Ik loop naar de tafel en zie Kees.
'Hoi Kees', zeg ik tegen hem.
3. Gedachten schrijf je gewoon in je verhaaltje, maar zorg dan wel dat het duidelijk is dat jouw karakter dat denkt, en het dus geen beschrijving is. Gebruik woorden als 'ik denk', 'ik besef', en 'ik merk', als je het over denken hebt.
Zoals: Ik ga naast Kees zitten, en besef dat ik hem al lang niet meer heb gesproken.
4. Je mag niet voor andermans karakter spelen tenzij je toestemming van diegene hebt.
Iedereen mag zijn of haar karakter maken zoals hij/zij hem/haar wilt. Maar, je karakter mag natuurlijk NIET onoverwinnelijk zijn, je karakter moet zwaktes hebben. Natuurlijk mag hij sterker zijn dan een normaal iemand, maar laat hem dan ook langzamer zijn dan een normaal iemand of zo. Elk nadeel heeft zijn voordeel en andersom dus.
Nog iets; denk goed na over je karakter. Zorg dat alles wat je verzint klopt. En werk het ook goed uit zodat het voor iedereen duidelijk is. Als iemand mank is aan zijn rechterbeen, hou daar dan rekening mee in je spel. Deze persoon zal dus niet heel snel kunnen rennen, bijvoorbeeld.
De regels omtrent het schrijven.
1. Alles wat je personage doet schrijf je in de ik-vorm. Zoals:
Ik loop naar de tafel en zie Kees.
2. Dingen die je zegt schrijf je tussen aanhalingstekens. Zoals:
Ik loop naar de tafel en zie Kees.
'Hoi Kees', zeg ik tegen hem.
3. Gedachten schrijf je gewoon in je verhaaltje, maar zorg dan wel dat het duidelijk is dat jouw karakter dat denkt, en het dus geen beschrijving is. Gebruik woorden als 'ik denk', 'ik besef', en 'ik merk', als je het over denken hebt.
Zoals: Ik ga naast Kees zitten, en besef dat ik hem al lang niet meer heb gesproken.
4. Je mag niet voor andermans karakter spelen tenzij je toestemming van diegene hebt.